Mooi drukwerk begint met een mooi ontwerp. De manier waarop je het ontwerp opmaakt is belangrijk voor je eindresultaat. Dit begint al bij de tools die je gebruikt. Gebruik altijd programma’s als Illustrator, InDesign of Photoshop voor je opmaak. In deze programma’s kun je een ontwerp namelijk in 3 kleursoorten opbouwen: RGB, PMS en CMYK. Maar wat zijn de verschillen?
RGB-kleuren
RGB is een afkorting voor de primaire kleuren: rood, groen en blauw. RGB-kleuren geven we weer met een code: de eerste 2 cijfers staan voor het percentage rood, de middelste 2 cijfers voor het percentage groen en de laatste 2 cijfers voor het blauw. RGB-kleuren gebruik je voor uitingen die bedoeld zijn voor monitoren. Denk bijvoorbeeld aan je televisie, computer, telefoon of fototoestel. Allemaal apparaten die, in tegenstelling tot papier en inkt, licht afgeven (de letterlijke betekenis van fotografie is ‘schrijven met licht’). RGB-kleuren zijn daarom niet geschikt voor drukwerk. Voor een mooi resultaat is het belangrijk dat  ontwerpen in RGB altijd zijn omzet naar CMYK.
PMS-kleuren
PMS staat voor ‘Pantone Matching system’. In dit systeem heeft elke kleur een eigen unieke code. ‘Pantone Yellow’ bijvoorbeeld is een gele basiskleur terwijl ‘Pantone 802U’ staat voor neongroen. Het mooie aan Pantone-kleuren is dat ze wereldwijd gebruikt worden. Je krijgt dus bij elke drukker exact dezelfde kleur, wanneer je dit op hetzelfde soort materiaal laat drukken. Pantone-kleuren zijn geschikt voor je drukwerk, wanneer je 1 tot 4 verschillende kleuren in je ontwerp gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan huisstijldrukwerk (logo’s!) zoals briefpapier of visitekaartjes. Wanneer je meer dan 4 verschillende kleuren in je ontwerp wil gebruiken, kies je voor CMYK (zie hieronder). Op dit moment beschrijft het Pantone Matching System meer dan 1500 kleuren. En daar voegt Pantone regelmatig nog nieuwe kleuren aan toe. Je kan er dus prima mee vooruit! 
Hou bij het kiezen van je Pantone-kleur rekening met de papiersoort waar je mee gaat werken. Voor coated en uncoated papier bestaan bijvoorbeeld verschillende kleurcodes te herkennen aan de toevoeging C of U achter de PMS code. Kies voor je begint met ontwerpen de juiste kleurstaal in je ontwerpprogramma.
CMYK -kleuren
CMYK staat voor cyaan, magenta, yellow (geel) en key (zwart). Met deze vier kleuren kun je bijna elke mogelijke kleur maken. In theorie is dit zelfs mogelijk met alleen cyaan, magenta en geel. Maar omdat een mix van 100% cyaan, 100% magenta en 100% geel vaak geen mooie kleur zwart oplevert, hebben drukkers daar een extra zwarte kleur (‘key’) aan toegevoegd. Hoe hoger het percentage van één van de basiskleuren, hoe donkerder de kleur. CMYK-kleuren gebruik je voor full color drukwerk (bijvoorbeeld als je foto’s gebruikt op flyers of in folders).
Ook CMYK-kleuren geven we weer in kleurcodes. De codes beschrijven de dekkingspercentages van de basiskleuren die nodig zijn om die specifieke kleur te verkrijgen. Klinkt ingewikkeld, maar valt best mee. Puur geel bijvoorbeeld is in dit systeem CMYK (0%, 0%, 100%, 0%). Honderd procent geel en 0% van de andere kleuren!
Voor echt mooi diepzwart is het vaak nodig om een klein beetje (10%) van de andere kleuren (dus cyaan, geel en magenta) bij te mengen. Daar zijn verschillende manieren voor. Zo kun je bijvoorbeeld diepzwart krijgen door deze kleuropbouw: CMYK (10%, 10%, 10%, 100%). Maar ook wordt vaak gekozen voor de opbouw CMYK (30%, 0%, 0%, 100%) of CMYK (50%, 0%, 0%, 100%).

Heel veel over kleurbegrippen vind je in het online kleurenwoordenboek van Emday (klik op de foto hieronder):

Wilt u meer weten of heeft u vragen over het gebruik van kleuren in uw ontwerp? Stuur een mailtje met uw vraag of bel naar Rob: +31 653207083
Verzend
Bedankt voor je reactie!
Back to Top